NJ 1995, 31
‘Richtlijn voor doen van aangifte of opmaken van p.-v. ter zake fraude met sociale uitkeringen’ (Stcrt. '93, 31) ‘recht’ 99 RO / rechter evenwel niet tot ambtshalve toepassing gehouden
HR 13-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9796, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 1994
- Magistraten
Hermans, Mout, Davids, Bleichrodt, Schipper, Meijers
- Zaaknummer
97138
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
ZC9796
- JCDI
JCDI:ADS66214:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC9796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑1994
- Wetingang
RO art. 99
Essentie
De ‘richtlijn voor het doen van aangifte of het opmaken van proces-verbaal ter zake van fraude met sociale uitkeringen’ van 15 febr. 1993 (Stcrt. 1993, 31) moet worden beschouwd als ‘recht’ cfm. art. 99 Wet RO. De rechter is evenwel niet tot ambtshalve toepassing gehouden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 april 1993 in de strafzaak tegen V.N., te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, adv. mr. V. Kraal te Amsterdam.
Hof:
Voorzover het betoog van de raadsman voorts aldus moet worden begrepen, dat het Openbaar Ministerie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.