NJ 1994, 737
Proces-verbaal vermeldt dat informatie die tenslotte leidt tot aanhouding verdachte afkomstig is van CID, maar informatie komt uit telefoontap op medeverdachte / in casu OM niet niet-ontvankelijk
HR 26-04-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AD2098, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 1994
- Magistraten
Hermans, Davids, Schipper, Meijers
- Zaaknummer
96462
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AD2098
- JCDI
JCDI:ADS67224:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AD2098, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AD2098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑1994
- Wetingang
Sv art. 27; Sv art. 153; EVRM art. 5 lid 2
Essentie
Het ambtsedig proces-verbaal vermeldt dat informatie die tenslotte leidt tot aanhouding van verdachte afkomstig is van de CID, maar in werkelijkheid komt deze informatie uit een telefoontap op een medeverdachte. In casu leidt dit niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen arresten van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 februari 1992 en 25 juni 1993 in de strafzaak tegen J.R.V., te Arnhem, adv. mr. E. Prakken te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen arresten van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 februari 1992 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.