NJ 1994, 295
Beroep raadsman op schending recht op kennisneming video-/geluidsbanden (omdat hij geen kopie had gekregen) terecht verworpen, nu verdediging in aanwezigheid van RC en op verzoek van verdediging benoemde getuige-deskundige, die banden heeft beluisterd, bekeken en bestudeerd
HR 08-02-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AC0230
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 1994
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Mout, Keijzer, Davids, Meijers
- Zaaknummer
95615
- LJN
AC0230
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AC0230, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AC0230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑1994
- Wetingang
Sv art. 51; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
Beroep van de raadsman op schending van zijn recht op kennisneming van video-/geluidsbanden (omdat hij geen kopie had gekregen) terecht verworpen, nu de verdediging in aanwezigheid van de rechter-commissaris en een op verzoek van de verdediging benoemde getuige-deskundige, die banden heeft beluisterd, bekeken en bestudeerd; het hof kon derhalve de weergave van een op band vastgelegde verklaring voor het bewijs bezigen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 17 sept. 1992 in de strafzaak tegen G.S., te De Lier, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.