NJ 1995, 598
Wet Mulder / recht op toegang tot rechter / strijd met art. 6 lid 1 EVRM nu voor zaken tezamen van uitkeringsgerechtigde zekerheid wordt verlangd / te volgen procedure
HR 31-01-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AD2036, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 januari 1994
- Magistraten
Haak, Mout, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
237-94-V
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD2036
- JCDI
JCDI:ADS48975:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verkeersrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AD2036, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑01‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AD2036, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑1994
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; WAHV art. 11 lid 1
Essentie
Wet Mulder. Recht op toegang tot de rechter. Strijd met art. 6 lid 1 EVRM nu voor een aantal zaken tezamen van een uitkeringsgerechtigde zekerheid wordt verlangd (in casu tot een bedrag van ƒ 800). Te volgen procedure in een dergelijk geval.
Voorgaande uitspraak
Arrest op de beroepen in cassatie tegen de beslissingen van de Kantonrechter te Deventer van 27 mei 1994 betreffende M.A.M.L., te Deventer.
Kantongerecht:
De Kantonrechter heeft in zestien zaken het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de Officier van Justitie in het arrondissement Zutphen niet-ontvankelijk verklaard, telkens op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.