NJ 1994, 179
Vervolging voor 140 Sr en voor medeplegen van de misdrijven die de organisatie tot oogmerk heeft: geen ‘dubbele vervolging’ / meerdaadse samenloop / schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 19-10-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1962
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 oktober 1993
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
- Zaaknummer
95143
- LJN
AD1962
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1962, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑10‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑1993
- Wetingang
Sr art. 57; Sr art. 68; Sr art. 140; Sv art. 338 lid 2 (oud); Opiumwet art. 2 lid 1 onder A
Essentie
1. Vervolging voor art. 140 Sr en voor medeplegen van uitvoer van cocaïne (de misdrijven die de organisatie tot oogmerk heeft): geen ‘dubbele vervolging’. 2. Veroordeling voor art. 140 Sr en voor medeplegen van uitvoer van cocaïne (de misdrijven die de organisatie tot oogmerk heeft). Het hof heeft blijkens aanhaling van art. 57 Sr, geoordeeld dat in casu sprake is van meerdaadse samenloop. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is overigens feitelijk en niet onbegrijpelijk. 3. Art. 338 lid 2 (oud) Sv stelt niet de eis dat de schatting van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.