NJ 1994, 425
Juiste maatstaf afwijzing verzoek getuigenverhoor; nu geen gebruik is gemaakt van bevoegdheden van 260 lid 3 Sv, geen schending van 6 lid 3 onder d EVRM / nu normale gebruiksbestemming caravan die van (tijdelijke) woning is, vindt opvatting dat te dezen voor veroordeling cfm 138 Sr in telastelegging en bewezenverklaring diende te worden vermeld dat aldaar genoemde caravan ‘als woning’ in gebruik was, geen steun in het recht
HR 05-10-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AB9191, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 oktober 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Fokkens
- Zaaknummer
94814
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AB9191
- JCDI
JCDI:ADS66195:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AB9191, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑10‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AB9191, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑1993
- Wetingang
Essentie
1. Juiste maatstaf afwijzing verzoek getuigenverhoor; nu geen gebruik is gemaakt van bevoegdheden cfm art. 260 lid 3 Sv, geen schending van art. 6 lid 3 onder d EVRM. 2. Nu de normale gebruiksbestemming van een caravan die van (tijdelijke) woning is, vindt de opvatting dat te dezen voor een veroordeling cfm art. 138 Sr in de telastelegging en bewezenverklaring diende te worden vermeld dat de aldaar genoemde caravan ‘als woning’ in gebruik was, geen steun in het recht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.