NJ 1994, 68
‘Indien de dagvaarding (…) de verdachte in persoon is betekend’ (408 lid 1 onder a Sv) is niet meer vereist dan uitreiking en voldoende duidelijke vermelding van dag terechtzitting en rechter
HR 29-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC8443, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 1993
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Govaerts, Van-Nieuwenkamp Erp Taalman Kip, Koster, Leijten
- Zaaknummer
93895
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8443
- JCDI
JCDI:ADS117877:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC8443, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑1993
- Wetingang
Sv art. 408 lid 1 onder a; Sv art. 588 lid 1
Essentie
Voor de vervulling van de in art. 408 lid 1 onder a (oud) Sv gestelde voorwaarde ‘indien de dagvaarding (…) de verdachte in persoon is betekend’ is niet meer vereist dan uitreiking cfm. art. 588 lid 1 Sv en een voldoende duidelijke vermelding van de dag van de terechtzitting en de rechter.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 22 mei 1992 in de strafzaak tegen J.B., te Heiligerlee, adv. mr. C. Eenhoorn te Groningen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.