NJ 1995, 227
Genoegzaamheid der stukken: gebleken dat uitspraak voor tenuitvoerlegging vatbaar is / wettelijke bepalingen aangaande verjaring behoren niet tot de wetsbepalingen die moeten worden overgelegd / ‘onderdanen’ in 5.1 BUV / faire procesvoering / toelaatbaarheid uitlevering ‘detentieongeschikte’ / uitlevering terzake verstekvonnis / uitlevering terzake belastingdelicten ingevolge 4 BUV ontoelaatbaar, nu vereiste voorwaarde niet is vervuld en deels ontoelaatbaar wegens ontbreken dubbele strafbaarheid
HR 29-06-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1915, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 1993
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Govaerts, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
93272U
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AD1915
- JCDI
JCDI:ADS66182:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1915, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1915, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑06‑1993
- Wetingang
BUV art. 2 lid 1; BUV art. 4; UW art. 5 lid 1 onder a; UW art. 3; UW art. 28 lid 2; EVRM art. 6 lid 3 onder a
Essentie
Executieuitlevering naar België.
Samenvatting
1
Genoegzaamheid der stukken. Ook op andere wijze dan door kennisneming van het arrest van het Hof van cassatie kan blijken dat de daar bestreden uitspraak voor tenuitvoerlegging vatbaar is.
2
De wettelijke bepalingen aangaande de verjaring behoren niet tot de wetsbepalingen die cfm. art. 11 lid 2 onder c BUV dienen te worden overgelegd. Dit wordt niet anders als de omschrijving van de feiten waarvoor de uitlevering wordt verzocht behelst dat die feiten niet zijn verjaard.
3
Het begrip ‘onderdanen’ in art. 5 lid 1 BUV ziet slechts op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.