NJ 1993, 692
Geen oordeel omtrent strafmaat / onpartijdigheid rechter / regel dat R-C geen machtiging tot afluisteren ‘kantoor’-telefoon van advocaat mag geven lijdt uitzondering, wanneer advocaat zelf verdachte is / ‘zo spoedig mogelijk’ in 125h lid 1 Sv / afwijzing verzoek om getuige-verhoor
HR 29-06-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1909, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 1993
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Govaerts, Bleichrodt, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
93148
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AD1909
- JCDI
JCDI:ADS117874:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1909, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1909, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑1993
- Wetingang
Sv art. 67a lid 3; Sv art. 125g; Sv art. 125h lid 1; Sv art. 125h lid 3; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder b
Essentie
1. ‘Impartial tribunal’ cfm art. 6.1 EVRM. De enkele betrokkenheid van het hof, dat de zaak van een verdachte behandelt, bij 4 beslissingen over de voorlopige hechtenis, tast in het algemeen de onpartijdigheid niet aan. Ook niet indien het hof overweegt dat zich het geval van art. 67a lid 3 Sv niet voordoet. 2. Het hof heeft door te overwegen dat de beslissing dat zich in casu niet het geval voordoet van art. 67a lid 3 Sv niet meer inhoudt dan dat in de huidige stand van het geding niet redelijkerwijs te verwachten is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.