NJ 1994, 498
(On)partijdigheid / ontvankelijkheid OM als na aanvang onderzoek ter terechtzitting opsporingsonderzoek buiten medeweten van Rb. en verdediging is voortgezet / afwijzing verzoek getuige (slachtoffer van verkrachting) opnieuw te horen
HR 22-06-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1901, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Meijers
- Zaaknummer
94766
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD1901
- JCDI
JCDI:ADS146567:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1901, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1901, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑1993
- Wetingang
Sv art. 290; Sv art. 330; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 414; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Het enkele door de PG overhandigen van enige brieven van raadslieden aan het Hof kan niet worden aangemerkt als een omstandigheid welke redelijkerwijze de schijn van beïnvloeding van het Hof door de PG kan wekken dan wel een aanwijzing kan opleveren dat het Hof jegens de verdachte de vereiste onpartijdigheid zou missen. 2. Toereikende verwerping van beroep op niet-ontvankelijkheid OM omdat na aanvang van onderzoek ter terechtzitting opsporingsonderzoek buiten medeweten van Rb. en verdediging is voortgezet. 3. Getuige is niet aangezegd na schorsing opnieuw aanwezig te zijn; nu PG en verdediging zich daarmee verenigden kon het Hof er, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.