NJ 1994, 37
Noch schending 219 Sv, noch van 6 lid 3 onder d EVRM door aanvaarding van algemeen verschoningsrecht voor getuige (mede-verdachte) / bewezenverklaring steunt op ander bewijs dan verklaring getuige ter terechtzitting in zijn eigen strafzaak
HR 15-06-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AC4222
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 1993
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
93979
- LJN
AC4222
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AC4222, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AC4222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑1993
- Wetingang
Sv art. 219; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Noch schending van art. 219 Sv, noch van art. 6 lid 3 onder d EVRM door aanvaarding van een algemeen verschoningsrecht voor de getuige (medeverdachte). 2. Nu de bewezenverklaring in belangrijke mate steunt op ander bewijs dan de verklaring van de getuige ter terechtzitting in zijn eigen strafzaak kon, ook al was ondervraging van de getuige vanwege zijn beroep op zijn verschoningsrecht niet mogelijk, zonder schending van enige rechtsregel deze verklaring voor het bewijs worden gebezigd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.