NJ 1993, 745
Verzoek getuigen te dagvaarden of op te roepen afgewezen op gronden welke die afwijzing kunnen dragen / klacht dat getuige-deskundige ten onrechte op getuigenlijst is geplaatst en gehoord faalt reeds omdat daartegen geen bezwaar is gemaakt / het is aan de rechter een inrichting c.q. deskundige aan te wijzen; beslissing daartoe kan niet in handen van deskundige worden gelegd
HR 25-05-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1884
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 mei 1993
- Magistraten
Hermans, Govaerts, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
94045
- LJN
AD1884
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1884, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1884, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑1993
- Wetingang
Sr art. 38 lid 1; Sr art. 38a lid 2; Sv art. 280 lid 4; Sv art. 321; Sv art. 328
Essentie
1. Verzoek getuigen te dagvaarden of op te roepen zonder miskenning van de maatstaf cfm. art. 280 lid 4 Sv afgewezen op gronden welke die afwijzing kunnen dragen. 2. De stelling dat het Openbaar Ministerie na afwijzing van een cfm. art. 328 Sv gedane vordering tot oproeping van een getuige of deskundige niet vrijstaat de betreffende getuige of deskundige cfm. art. 321 Sv op te roepen vindt geen steun in het recht. De klacht dat de getuige-deskundige ten onrechte op de getuigenlijst is geplaatst en gehoord faalt reeds omdat daartegen geen bezwaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.