NJ 1993, 696
Schending regel dat raadsman die het woord voert in beginsel het recht heeft daarbij aan te voeren wat hem in het belang van de verdediging dienstig voorkomt; in casu geen nietigheid
HR 23-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC9251
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Van-Nieuwenkamp Erp Taalman Kip, Fokkens
- Zaaknummer
94212
- LJN
ZC9251
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC9251, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑1993
- Wetingang
Sv art. 311 lid 2; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
Schending van de regel dat de raadsman die cfm. art. 311 lid 2 Sv het woord voert in beginsel het recht heeft daarbij aan te voeren wat hem in het belang van de verdediging dienstig voorkomt; in casu geen nietigheid.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 5 juni 1992 in de strafzaak tegen G.M.M., ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in het Huis van Bewaring ‘De Schie’ te Rotterdam, adv. mr. J. de Hullu te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.