NJ 1993, 660
Betekening bestreden uitspraak cfm. 588 lid 2-4 Sv aan verdachte na een jaar na mededeling daarvan geen ‘undue delay’ (m.nt. ThWvV)
HR 23-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC9329, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 1993
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Govaerts, Bleichrodt, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
93469
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC9329
- JCDI
JCDI:ADS146544:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC9329, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑1993
- Wetingang
Sv art. 366 lid 2; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
In aanmerking genomen dat mededeling van de bestreden uitspraak (d.d. 10 juli 1988) op 12 juli 1989 cfm. art. 588 lid 2-4 Sv aan verdachte was betekend, levert de omstandigheid dat de betekening ervan in persoon cfm. art. 366 lid 2 Sv eerst op 9 april 1992 heeft plaatsgevonden, geen schending op van de redelijke termijn cfm. art. 6 lid 1 EVRM.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 10 juni 1988 in de strafzaak tegen J.F.P.T., te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.