NJ 1993, 319
HR, 01-12-1992, nr. 92530
HR 01-12-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AB7838
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 1992
- Magistraten
Hermans, Govaerts, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
92530
- LJN
AB7838
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AB7838, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AB7838, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑1992
- Wetingang
Sv art. 344 lid 1 onder 2°; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder a
Essentie
1. Aanvang redelijke termijn fiscaal delict.
2. Toereikende verwerping van het verweer dat verdachte niet cfm. art. 6 lid 3 onder a Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is geinformeerd omtrent de tegen hem ingebrachte beschuldigingen.
3. Eigen waarneming opsporingsambtenaar.
Samenvatting
Ad 1. Toereikende verwerping van een beroep op undue delay; 's hofs oordeel dat de termijn cfm. art. 6 lid 1 EVRM niet is aangevangen met het controle-onderzoek van de belastingdienst noch op enig moment waarop aan verdachte fiscale boetes zijn opgelegd, doch eerst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.