NJ 1993, 307
HR, 24-11-1992, nr. 92622
HR 24-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 1992
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Keijzer, Meijers
- Zaaknummer
92622
- LJN
ZC8683
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC8683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑1992
- Wetingang
Essentie
De beoordeling van de vraag of de verdenking redelijk is ten tijde van het verstrekken van de machtiging van de rechter-commissaris tot afluisteren van de telefoon van verdachte, dient te geschieden aan de hand van de op dat moment bekend zijnde feiten en omstandigheden en niet naar aanleiding van hetgeen door de officier van justitie wordt ten laste gelegd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 21 okt. 1991 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen J.A.T., te Amsterdam, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.