HR, 03-11-1992, nr. 2819

Documentgegevens:

HR 03-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:AB8562

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 3 november 1992
Magistraten: Hermans, Beekhuis, Koster, Meijers
Zaaknummer: 2819
LJN: AB8562
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1992:AB8562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AB8562, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑1992
Wetingang: Sv art. 96; Sv art. 128

Essentie

‘Ontdekking op heterdaad’ cfm. art. 96 jo. 128 Sv inzake een voortdurend delict (plaatsen van reclameborden) vindt plaats zo dikwijls wordt geconstateerd dat de verboden situatie (nog) bestaat.

Voorgaande uitspraak

Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 april 1992 op een beklag als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door M.L.A.J.T., te Rosmalen, adv. mr. Th.A.G. Vermeulen te Rosmalen.

Rechtbank:

De onderhavige reclameborden zijn blijkens het te dezer zake opgemaakte proces-verbaal van de politie in beslag genomen op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.