NJ 1993, 222
HR, 29-09-1992, nr. 91835
HR 29-09-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC9111, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 1992
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Koster, Leijten
- Zaaknummer
91835
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
ZC9111
- JCDI
JCDI:ADS117848:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC9111, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑1992
- Wetingang
Sv art. 282 lid 4; Sv art. 441; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Geen schending van de redelijke termijn tussen instellen cassatieberoep en behandeling. Na schending van de redelijke termijn tijdens de procedure in eerste aanleg en hoger beroep niet alsnog niet-ontvankelijkheidsverklaring van het Openbaar Ministerie.
2. Afwijzing van een verzoek een op de Nederlandse Antillen woonachtige getuige op te roepen ontoereikend gemotiveerd.
3. Verzuim van vormen (motiveringsgebrek art. 280 lid 4 en 7 Sv) toch partiele nietigheid.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 maart 1991 alsmede tegen alle tussenarresten in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.