HR, 16-06-1992, nr. 91518

Documentgegevens:

HR 16-06-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AD1693

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 16 juni 1992
Magistraten: Van Den Blink, Mout, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Meijers
Zaaknummer: 91518
LJN: AD1693
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1992:AD1693, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AD1693, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑1992
Wetingang: Sr art. 48; Sv art. 261; Sv art. 423; AWR art. 8; AWR art. 68

Essentie

1. Medeplichtigheid bij overtreding van art. 68 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) door invullen aangifte; telastelegging niet innerlijk tegenstrijdig.

2. Art. 423 lid 2 Sv eist dat een beslissing der hoofdzaak door partijen uitdrukkelijk wordt verlangd; uit het voeren van een (uiterst subsidiair) strafmaatverweer door de verdachte en het vorderen van straf door de procureur-generaal kan dat verlangen niet worden afgeleid.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 5 maart 1991 in de strafzaak tegen H.M.B., te Rolde.

Hoge Raad:

1

De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.