NJ 1992, 773
HR, 09-06-1992, nr. 90938: De vierde man
HR 09-06-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AC0935, m.nt. G. Knigge (De vierde man)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juni 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Koster
- Zaaknummer
90938
- Conclusie
A-G Meijers
- Noot
G. Knigge
- LJN
AC0935
- Roepnaam
De vierde man
- JCDI
JCDI:ADS117871:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AC0935, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑06‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AC0935, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑1992
- Wetingang
Sr art. 289; Sv art. 338; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Door de beslissing tot handhaving van de anonimiteit van de getuigen te gronden op de aard van de ten laste gelegde feiten en omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft het hof geen inbreuk gemaakt op de onschuldpresumptie cfm. art. 6 lid 1 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) nu die beslissing niet inhoudt noch daarin besloten ligt dat juist de verdachte deze feiten heeft gepleegd of medegepleegd.
2. ‘Voorbedachte rade’ cfm. art. 289 Sr.
3. Eisen aan het gebruik voor het bewijs van de verklaringen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.