NJ 1992, 676
HR, 26-05-1992, nr. 91275
HR 26-05-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AD1683, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Govaerts, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Fokkens
- Zaaknummer
91275
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AD1683
- JCDI
JCDI:ADS66156:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AD1683, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AD1683, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑05‑1992
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder a
Essentie
1. Uit art. 6 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) noch uit enige andere rechtsregel volgt dat vertaling van stukken schriftelijk moet geschieden. Verweer dienaangaande toereikend verworpen.
2. Onpartijdigheid van de rechter die eerder over medeverdachten oordeelde.
Samenvatting
Ad 2. Een rechter moet uit hoofde van zijn aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens verdachte een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij verdachte dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.