NJ 1992, 656
HR, 28-04-1992, nr. 90954
HR 28-04-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC9012
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 april 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Leijten
- Zaaknummer
90954
- LJN
ZC9012
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC9012, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑04‑1992
- Wetingang
Sv art. 328; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
Afwijzing van verzoek tot het houden van een schouw of verwijzing te dien einde naar de rechter-commissaris, om te bepalen of de getuigen hebben kunnen waarnemen hetgeen door hen is verklaard. Maatstaf voor de beslissing: of de noodzaak van het verzochte is gebleken; 's hofs oordeel is, gezien de omstandigheden, niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 dec. 1990 in de strafzaak tegen H.J.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.