NJ 1992, 592
HR, 10-03-1992, nr. 90925
HR 10-03-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8996
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 maart 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Govaerts, Bleichrodt, Leijten
- Zaaknummer
90925
- LJN
ZC8996
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC8996, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑1992
- Wetingang
Sr art. 326
Essentie
Toereikend bewijs van het opzettelijk bedrieglijk en in strijd met de waarheid aannemen van de valse hoedanigheid van de adspirant-koper van de schilderijen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 maart 1991 in de strafzaak tegen H. S.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 21 maart 1989 — de verdachte ter zake van 'oplichting' veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.