NJ 1992, 546
HR, 18-02-1992, nr. 90646
HR 18-02-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AD1606
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 1992
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
90646
- LJN
AD1606
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AD1606, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AD1606, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑1992
- Wetingang
Sv art. 338; Sv art. 344 lid 1 onder 2°
Essentie
1. Weerlegging beroep op onrechtmatige bewijsgaring; 's hofs oordeel dat verdachte, hoewel zij is aangehouden in strijd met art. 54 lid 3 Sv, niet in haar belangen is geschaad nu zij pas na haar inverzekeringstelling een bekennende verklaring heeft afgelegd, is feitelijk, niet onbegrijpelijk en geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
2. Bijstandsfraude. De burgemeester die verklaart dat uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat ‘G. weer samenwoont c.q. een economische eenheid vormt dan wel dat sprake is van gezinshereniging’, beoogt daarmee kennelijk slechts mee te delen dat hem qualitate qua is gerapporteerd wat onderzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.