NJ 1992, 379
HR, 07-01-1992, nr. 90533
HR 07-01-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8938
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 januari 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Fokkens
- Zaaknummer
90533
- LJN
ZC8938
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC8938, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑01‑1992
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Overschrijding redelijke termijn; Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk.
Samenvatting
De redelijke termijn cfm. art. 6 lid 1 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is i.c. overschreden nu 1. vanaf het moment van het instellen van het cassatieberoep tot de zitting van de Hoge Raad 2 jaar en ruim 5 1/2 maand waren verstreken, 2. sedert de dag waarop de inleidende dagvaarding aan de verdachte werd betekend 5 jaar en 10 1/2 maand verstreken en 3. het geen ingewikkelde zaak betreft. Afweging van belangen leidt er i.c. toe, mede nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.