NJ 1992, 361
HR, 07-01-1992, nr. 90489W
HR 07-01-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8937
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 januari 1992
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Fokkens
- Zaaknummer
90489W
- LJN
ZC8937
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC8937, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑01‑1992
- Wetingang
WOTS art. 31 lid 1; WOTS art. 32 lid 4
Essentie
Strafoplegging inzake Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) is niet conform hetgeen de rechtbank heeft beoogd.
Samenvatting
Nu uit de motivering van de strafoplegging blijkt dat de rechtbank heeft beoogd een gevangenisstraf van zodanige duur op te leggen dat G., na aftrek van de tijd welke deze in Denemarken, ter executie van de hem aldaar opgelegde sanctie, en in Nederland conform de WOTS, rechtens van zijn vrijheid beroofd is geweest en na toepassing van art. 15 Sr, geen strafrestant meer zou behoeven te ondergaan, terwijl de door de rechtbank opgelegde straf toch leidt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.