NJ 1992, 464
HR, 22-10-1991, nr. 89602
HR 22-10-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AD1510, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 oktober 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
89602
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD1510
- JCDI
JCDI:ADS66133:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AD1510, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑10‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AD1510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑10‑1991
- Wetingang
Sr art. 14c lid 2; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; EVRM art. 4 lid 2; IVBP art. 8 lid 3
Essentie
1. Dienstverlening.
2. De omstandigheid dat voor wat betreft de aard van de te verrichten werkzaamheden een voorstel van verdachte wordt afgewacht — door welk voorstel, na goedkeuring daarvan door de procureur-generaal bij het hof, de inhoud van de bijzondere voorwaarde nader wordt bepaald — verhindert niet dat de naleving van die voorwaarde geheel van het gedrag van de verdachte afhankelijk is.
Samenvatting
Ad. 1. Nu de stukken van het geding niets inhouden op grond waarvan het hof anders had moeten beslissen mocht het hof ervan uitgaan dat de verdachte bereid was dienstverlening te verrichten gedurende het door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.