NJ 1992, 155
HR, 08-10-1991, nr. 89647
HR 08-10-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AC0550
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 1991
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Neleman, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
- Zaaknummer
89647
- LJN
AC0550
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AC0550, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AC0550, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑1991
- Wetingang
Sv art. 41 lid 1 onder a; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 423 lid 2; Sv art. 588; Opiumwet art. 2 lid 1 onder B
Essentie
1. Optreden raadsman bij verstek in eerste aanleg geweigerd, waarna raadsman als zodanig terugtrad; het hof kon oordelen dat de voorzitter van de rechtbank i.c. niet ambtshalve cfm. art. 41 lid 1 onder a Sv een raadsman diende toe te voegen, zodat het hof niet cfm. art. 423 lid 2 Sv behoefde terug te wijzen.
2. Oproeping voor nadere zitting van het hof ‘in persoon’; i.c. geen nader onderzoek naar de geldigheid nodig. In cassatie kan als regel niet voor het eerst de juistheid van de handtekening op een akte worden betwist, aldus conclusie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.