NJ 1992, 266
HR, 01-10-1991, nr. 89428E
HR 01-10-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AD5853
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
89428E
- LJN
AD5853
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AD5853, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AD5853, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑1991
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Sv art. 433 lid 2; EG-Verord. nr. 171/83 art. 8; EG-Verord. nr. 171/83 art. 9; EG-Verord. nr. 171/83 art. 10; Visserijwet 1963 art. 3a; Besch. reg. vangstbeperking art. 13; Regl. zee- en kustvisserij 1984 art. 3
Essentie
1. Uit de art. 8, 9 en 10 Verordening van de Europese Gemeenschappen (Vo.) nr. 171/83 (bijvangsten) vloeit geen recht voort om bij gebruik van netten conform die artikelen bijvangst conform die artikelen aan te voeren.
2. De Beschikking regeling kabeljauwvisserij door niet-documenthouders (beschikking 12 juli 1985, Stcrt. 135) is niet in strijd met Vo. nr. 170/83 en de jaarlijkse quotaverordeningen; nu het hof het gevoerde verweer terecht heeft verworpen kan de klacht inzake de onjuiste weergave van dat verweer in het arrest niet tot cassatie leiden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.