NJ 1992, 216
HR, 25-06-1991, nr. 89037
HR 25-06-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AD1448
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 1991
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Neleman, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
- Zaaknummer
89037
- LJN
AD1448
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AD1448, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AD1448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1991
- Wetingang
Sr art. 14c lid 2 onder 1°; Sr art. 24; Sv art. 332; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; ABW art. 62; ABW art. 70
Essentie
1. Bijstandsfraude. Verhouding verhaalsregeling conform de Algemene Bijstandswet (ABW) en de bijzondere voorwaarde cfm. art. 14c lid 2 onder 1e Sr.
2. De stelling dat de bijzondere voorwaarde tot schadevergoeding niet mocht worden gesteld omdat de benadeelde zich niet als beledigde partij had gesteld, kan niet opgaan nu de regeling met betrekking tot de voorwaarden welke aan een voorwaardelijke veroordeling kunnen worden verbonden geheel los staat van de regeling betreffende de voeging van de beledigde partij.
3. Onvoldoende strafmotivering ten aanzien van de gestelde voorwaarde cfm. art. 14c lid 2 onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.