NJ 1991, 731
HR, 21-05-1991, nr. 88895
HR 21-05-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AD1411
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 1991
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Neleman, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Fokkens
- Zaaknummer
88895
- LJN
AD1411
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AD1411, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AD1411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑1991
- Wetingang
Essentie
1. Redelijke verdenking ten tijde van instellen gerechtelijk vooronderzoek.
2. Nadere vordering gerechtelijk vooronderzoek niet vereist.
3. Ontneming wederrechtelijk voordeel; uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat er over de periode waarin het bewezen verklaarde zich afspeelde enig voordeel is genoten.
Samenvatting
Ad 1. Het hof heeft op grond van het proces-verbaal telefoontap en het uittreksel uit het documentatieregister kunnen oordelen dat er een redelijke verdenking bestond dat verdachte het in de vordering gerechtelijk vooronderzoek omschreven feit reeds had gepleegd.
Ad 2. Openbaar Ministerie mocht gegevens verkregen tijdens rechtmatig afluisteren ter zake van een bepaald feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.