NJ 1991, 531
HR, 05-03-1991, nr. 88936
HR 05-03-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC8748
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 1991
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
88936
- LJN
ZC8748
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC8748, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑1991
- Wetingang
Essentie
Dat het bestanddeel ‘wederrechtelijk’ in de telastelegging van art. 326 Sr ontbreekt levert geen ontslag van rechtsvervolging op nu dit bestanddeel in de feitelijke omschrijving voldoende tot uitdrukking is gebracht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 13 nov. 1989 in de strafzaak tegen H.J.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Pol.r. in de Rb. 's-Hertogenbosch 16 mei 1988 — de verdachte ter zake van 'medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, veroordeeld tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.