NJ 1991, 527
HR, 12-02-1991, nr. 88395
HR 12-02-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AC2372, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 februari 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Bleichrodt, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
88395
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AC2372
- JCDI
JCDI:ADS66107:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AC2372, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AC2372, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑1991
- Wetingang
Sv art. 181 lid 3; Sv art. 338
Essentie
De officier van justitie heeft geen nadere vordering conform art. 181 lid 3 Sv gedaan zodra de verdachte bij naam bekend was: 1. Het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie op die grond is voldoende gemotiveerd verworpen door de overweging van het hof dat de stelling dat genoemde omstandigheid moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie geen steun vindt in het recht. 2. Het beroep op onrechtmatige bewijsgaring is voldoende gemotiveerd verworpen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van Hof Arnhem 13 juni 1989 in de strafzaak tegen H.M. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.