HR, 29-01-1991, nr. 88159

Documentgegevens:

HR 29-01-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC8706

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 29 januari 1991
Magistraten: Keijzer, Govaerts, Bleichrodt, Neleman, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
Zaaknummer: 88159
LJN: ZC8706
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1991:ZC8706, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑1991
Wetingang: Sr art. 321; Sv art. 261; Sv art. 313; Sv art. 314

Essentie

‘Herstel van een kennelijke omissie’ in de telastelegging levert op een wijziging als slechts kan plaatsvinden in eerste aanleg conform art. 313 en 314 Sv. De telastelegging bevat niet een voldoende duidelijke opgave van het ten laste gelegde feit. Nietigheid.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van Hof 's-Gravenhage 16 febr. 1990 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen M.M.

Hoge Raad:

1

De bestreden einduitspraak

Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.