NJ 1991, 383
HR, 22-01-1991, nr. 88169
HR 22-01-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AD1319
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Govaerts, Bleichrodt, Meijers
- Zaaknummer
88169
- LJN
AD1319
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AD1319, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AD1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑1991
- Wetingang
Sr art. 321; Sv art. 261; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
‘Anders dan door misdrijf onder zich hebben’ conform art. 321 Sr.
Samenvatting
Wederrechtelijke toeeigening van oorringen en aansteker welke verdachte ‘anders dan door misdrijf onder zich had’. 's Hofs oordeel dat sprake is van verduistering geeft geen blijk van een verkeerde rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en overigens feitelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van Hof Amsterdam 31 okt. 1989 in de strafzaak tegen M.S.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van Pol.r. Rb. Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.