NJ 1991, 343
HR, 18-12-1990, nr. 87567
HR 18-12-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1307, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Meijers
- Zaaknummer
87567
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AD1307
- JCDI
JCDI:ADS66103:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑1990
- Wetingang
Sr art. 341; Sv art. 120; Sv art. 121; Sv art. 122; Sv art. 123; Sv art. 181 lid 1; Sv art. 181 lid 3; Sv art. 182; Sv art. 338; Sv art. 358 lid 3; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Beroep op onrechtmatige bewijsgaring toereikend verworpen; het bij huiszoeking in een bewoond perceel schenden van wettelijke waarborgen ten behoeve van de bewoners daarvan brengt geenszins mee dat het uit die huiszoeking voortvloeiende bewijsmateriaal ook onrechtmatig verkregen zou zijn ten aanzien van de verdachte die dat pand niet bewoont.
2. Geen beslissing op verweer dat door niet-naleving van art. 181 lid 3 Sv de verdachte zodanig in zijn belangen is geschaad dat art. 6 lid 1 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden) is geschonden. Toch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.