NJ 1991, 362
HR, 18-12-1990, nr. 87180
HR 18-12-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8687
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman, Fokkens
- Zaaknummer
87180
- LJN
ZC8687
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8687, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑1990
- Wetingang
Vuurwapenwet 1919 art. 3 lid 1; Vuurwapenwet 1919 art. 12 lid 5
Essentie
Ontoereikend bewijs van overtreding van art. 3 lid 1 Vuurwapenwet 1919. Voor de strafbaarheid van de in dat artikellid omschreven feiten, welke ingevolge art. 12 lid 5 van die wet misdrijven opleveren, is vereist dat de dader zich in meerdere of mindere mate ervan bewust is geweest dat zijn gedraging(en) betrekking had(den) op vuurwapenen (of munitie) conform art. 1 lid 1 van die wet.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van Hof Arnhem 10 maart 1989 in de strafzaak tegen A. de G.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.