NJ 1991, 238
HR, 20-11-1990, nr. 87458
HR 20-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8638, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 november 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Bleichrodt, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
87458
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8638
- JCDI
JCDI:ADS66099:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8638, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑11‑1990
- Wetingang
Sr art. 51; Sr art. 225 lid 2; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Toereikend bewijs van gebruik van valse facturen cfm. art. 225 lid 2 Sr jegens een rechtspersoon door een medewerker van diezelfde rechtspersoon; de bekendheid met de valsheid bij de verdachte medewerker kan niet worden aangemerkt als bekendheid bij de rechtspersoon.
Samenvatting
Hoge Raad: De stelling dat bekendheid met valsheid van facturen bij een medewerker van een rechtspersoon in het licht van art. 51 Sr als bekendheid bij die rechtspersoon moet worden aangemerkt, tenzij het tegendeel blijkt, is onjuist. De omstandigheid dat strafbare handelingen van bepaalde medewerkers van een rechtspersoon strafrechtelijk aan deze rechtspersoon kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.