NJ 1991, 275
HR, 06-11-1990, nr. 87843
HR 06-11-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB9574, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Fokkens
- Zaaknummer
87843
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB9574
- JCDI
JCDI:ADS66113:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB9574, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB9574, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑1990
- Wetingang
Sr art. 14h; Sv art. 261; Sv art. 588 lid 5; Sv art. 588 lid 6
Essentie
1. Het hof heeft zonder schending van enige rechtsregel kunnen aannemen dat de betekening van aan een in de Bondsrepubliek Duitsland wonende verdachte toegezonden stukken heeft plaatsgevonden cfm. de voorschriften.
2. Nu de appeldagvaarding niet vermeldt dat ook het hoger beroep tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging zal worden behandeld en zich bij de stukken geen afzonderlijke oproeping daarvoor bevindt, moet het ervoor worden gehouden dat de verdachte niet is opgeroepen om die behandeling in hoger beroep bij te wonen. Derhalve had het hof niet op die vordering mogen beslissen, aldus conclusie Openbaar Ministerie ambtshalve.
Voorgaande uitspraak
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.