NJ 1991, 274
HR, 06-11-1990, nr. 87785
HR 06-11-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB9573, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Remmelink
- Zaaknummer
87785
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB9573
- JCDI
JCDI:ADS146529:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB9573, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB9573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑1990
- Wetingang
Sr art. 14c lid 2 onder 2°; Sr art. 14f; Sr art. 14h; Sr art. 14i; Sr art. 14j; EVRM art. 5 lid 1
Essentie
Voorwaardelijke veroordeling met bijzondere voorwaarde. Het wettelijk systeem brengt mee dat de beslissing, of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een inrichting ter verpleging, en voor welke duur, is voorbehouden aan de rechter en niet in handen van de Reclassering kan worden gelegd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof Leeuwarden van 22 juni 1989 in de strafzaak tegen J. de W.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb. Leeuwarden van 3 mei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.