NJ 1991, 277
HR, 06-11-1990, nr. 87085
HR 06-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8628
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Leijten
- Zaaknummer
87085
- LJN
ZC8628
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8628, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑1990
- Wetingang
Sv art. 441; AWDA art. 187 lid 1; OB art. 7 lid 1
Essentie
Onder ‘ondernemer’ cfm. art. 187 lid 1 AWDA (Algemene wet inzake de douane en de accijnzen) dient — gelet op art. 7 lid 1 Wet op de omzetbelasting en op de samenhang in de fiscale wetgeving — te worden verstaan: ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent. Als ondernemer — in die zin — van een door een besloten vennootschap uitgeoefend bedrijf kan niet naast die besloten vennootschap worden aangemerkt degene die daarvan de enige directeur en tevens de enige aandeelhouder is.
Doelmatigheidsvrijspraak.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.