NJ 1991, 171
HR, 23-10-1990, nr. 87949
HR 23-10-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8623, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 oktober 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
87949
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8623
- JCDI
JCDI:ADS66110:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8623, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑10‑1990
- Wetingang
Sv art. 342; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
De getuigenverklaring omtrent de oorzaken van het onvast ter been zijn van verdachte berust op eigen waarneming, doch is deels niet redengevend; gezien het overige bewijs is deze getuigenverklaring echter van ondergeschikt belang, zodat zij toch bruikbaar is. (Zie ook VR 1991, 22 (red.).)
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden van 22 juni 1989 in de strafzaak tegen A.S., geboren te Roden op 14 april 1955, te Steenbergen.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.