NJ 1991, 133
HR, 09-10-1990, nr. 87817
HR 09-10-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8604
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
87817
- LJN
ZC8604
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8604, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑1990
- Wetingang
Sv art. 271; Sv art. 358 lid 3
Essentie
Geen rechtsregel verplicht de rechter in feitelijke aanleg te beslissen omtrent enig door verdachte schriftelijk gevoerd verweer, dat niet door of namens verdachte ter terechtzitting uitdrukkelijk is voorgedragen. Dit is niet anders indien klemmende redenen de verdachte hebben verhinderd zelf ter terechtzitting aanwezig te zijn om het verweer mondeling te voeren.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 13 juni 1989 in de strafzaak tegen J.A.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep bevestigd een bij verstek gewezen vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.