NJ 1991, 58
HR, 17-09-1990, nr. 87327
HR 17-09-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8588
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 september 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Meijers
- Zaaknummer
87327
- LJN
ZC8588
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8588, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑09‑1990
- Wetingang
Sr art. 326a; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Toereikend bewijs van oogmerk cfm. art. 326a Sr; ‘heeft moeten weten’ verstaan als ‘moet hebben geweten’.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden van 13 juli 1989 in de strafzaak tegen K.M.S.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Pol.r. in de Rb. te Assen van 14 maart 1988 — de verdachte ter zake van 'een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.