NJ 1991, 276
HR, 11-09-1990, nr. 87286
HR 11-09-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC2115
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Fokkens
- Zaaknummer
87286
- LJN
AC2115
- JCDI
JCDI:ADS66089:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC2115, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC2115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑1990
- Wetingang
Sr art. 24; Sr art. 47; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; AWR art. 68 lid 2
Essentie
1. Doen plegen van het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen cfm. art. 68 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
2. Motivering van de (opgelegde) geldboete van ƒ 300 000 toereikend en niet onbegrijpelijk ondanks beroep van verdachte op zijn geringe draagkracht. (Door deze publikatie vervalt NJ 1991, 111 (red.))
Verwant oordeel
Zie ook:
Ook gepubliceerd in NJ 1991, 111.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden van 24 april 1989 in de strafzaak tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.