NJ 1991, 190
HR, 26-06-1990, nr. 87314W
HR 26-06-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1177, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
87314W
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AD1177
- JCDI
JCDI:ADS146493:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑1990
- Wetingang
WOTS art. 31 lid 1; Europees Verdrag overbrenging gevonniste personen art. 11 lid 1
Essentie
1. Toereikende motivering van de strafoplegging cfm. art. 31 lid 1 WOTS (Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen); maatstaven voor de beslissing tot opleggen van straf en voor de motivering daarvan.
2. De rechtbank behoefde zich niet uit te laten over de door de Spaanse rechter mede opgelegde geldboete nu cfm. art. 1 lid 1 Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen van 21 maart 1983, Trb. 1983, 74, onder ‘sentence’ wordt verstaan: ‘any punishment or measure involving deprivation of liberty ordered by a court for a limited or unlimited period of time on account of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.