NJ 1990, 754
HR, 29-05-1990, nr. 86605
HR 29-05-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1140
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Fokkens
- Zaaknummer
86605
- LJN
AD1140
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1140, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑1990
- Wetingang
Sv art. 40 lid 2; Sv art. 57; Sv art. 276; Sv art. 338; Sv art. 341 lid 3
Essentie
1. De woorden ‘of namens’ in de tot bewijs gebezigde ‘verklaring door of namens verdachte afgelegd’ berusten op een kennelijke misslag.
2. Tot het onderzoek van art. 57 Sv behoort het herleiden van een strafbaar feit tot een herkenbare dader. Ook wanneer de politie over foto's en vingerafdrukken beschikt, geldt dat het met het oog op verdere onderzoekshandelingen, onderzoek justitiele documentatie, dagvaarding, bevel medebrenging, executie van een vonnis van belang is naam en adres van de verdachte te achterhalen; daarvoor kan een (verdere) inverzekeringstelling geboden zijn.
3. Met de vaststelling dat de inverzekeringstelling in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.