NJ 1990, 784
HR, 22-05-1990, nr. 86679
HR 22-05-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8531
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Neleman, Remmelink
- Zaaknummer
86679
- LJN
ZC8531
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8531, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑1990
- Wetingang
Sr art. 321; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Betekenis van toeeigenen cfm. art. 321 Sr; toereikend bewijs van het als heer en meester — zij het tijdelijk — beschikken over andermans gelden en deze te eigen nutte aanwenden; de gestelde solvabiliteit van verdachte doet daaraan niet af.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 5 jan. 1989, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen Henricus Johannes Wilhelmus Agnes S., geboren te Vught op 27 juli 1924, te Vught.
Hoge Raad:
1
De bestreden einduitspraak
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.