NJ 1991, 9
HR, 01-05-1990, nr. 86706
HR 01-05-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB7601, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 mei 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Govaerts, Bleichrodt, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
86706
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AB7601
- JCDI
JCDI:ADS146510:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB7601, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑05‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB7601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑05‑1990
- Wetingang
Sr art. 279; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Toereikend bewijs dat de moeder van de minderjarigen — aan wie de kinderen tijdens de echtscheidingsprocedure voorlopig waren toevertrouwd — geen toestemming aan verdachte (de vader) heeft gegeven deze minderjarigen mee te nemen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden van 24 nov. 1988 in de strafzaak tegen R.M.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb. te Leeuwarden van 2 dec. 1987 — de verdachte ter zake van 'medeplegen van opzettelijk een minderjarige onttrekken aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.