NJ 1990, 798
HR, 20-03-1990, nr. 86201
HR 20-03-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8508, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Jeukens, Beekhuis, Mout, Bleichrodt, Fokkens
- Zaaknummer
86201
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8508
- JCDI
JCDI:ADS146520:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8508, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑1990
- Wetingang
Sv art. 271; Rv (oud) art. 588 lid 4
Essentie
Inleidende dagvaarding van uit anderen hoofde gedetineerde verdachte cfm. art. 588 lid 4 Sv is door het hof ten onrechte nietig verklaard. Het hof had, het vonnis van de politierechter vernietigend, moeten beslissen dat de politierechter had dienen te onderzoeken of er reden was na verstekverlening het onderzoek te schorsen teneinde verdachte in de gelegenheid te stellen alsnog aanwezig te zijn.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 21 febr. 1989 in de strafzaak tegen Arnoldus Alfonsus Petrus Gerardus van den H., geboren te Eindhoven op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.